Dr. Marcel Metze is historicus, journalist en auteur. Zijn speciale interesse gaat uit naar de Nederlandse industrie en ons bankwezen. Hij is bekend van scherpzinnige boekwerken over Philips, Rijkswaterstaat en beroepsmatige managers. Momenteel is hij bezig met een diepgaand onderzoek naar de Koninklijke Shell. Oplettende lezers kennen hem misschien ook als co-writer van Steven Blom. Samen hebben zij de boeken ‘Monozukuri, doen met aandacht’ en ‘Lang leve de Nederlandse industrie’ geschreven. Dat maakt Marcel dé ingewijde om aan te vragen wat het belang van Monozukuri voor de Nederlandse industrie is.

“Monozukuri brengt waardevolle traditie terug in onze industrie” steekt Marcel van wal, “Dat is precies wat wij op dit moment nodig hebben. Ik geloof sterk in de kracht van traditie, als je je maar bewust bent van haar valkuilen. Traditie kan verlammend werken, maar dat gebeurt niet als je continu weet te vernieuwen en te moderniseren. Dat is wat er moet gebeuren en daar is Monozukuri een uitstekend voertuig voor. De kracht ligt dan in de verbinding tussen die traditie en het moderne. Monozukuri grijpt zelfs nog terug op het ambacht en de gildestructuur, terwijl de procesverbeterende tools uit World Class Manufacturing natuurlijk uiterst modern zijn.”

Het leven als continu leerproces

“Wat vandaag de dag nodig is, is een proces van permanente ontwikkeling, het leven als continu leerproces. In dit kader vind ik het werk van de socioloog Richard Sennett (Chicago, 1943) heel interessant. Sennett toont aan dat de maatschappij de laatste 50 jaar erg aan het fragmenteren is en dat het daardoor aan eenheid ontbreekt. Als wij bijvoorbeeld kijken hoe industrieel Nederland er 50 jaar geleden uitzag dan zien wij dat de nazaten van de oprichters nog een belangrijke rol speelden in de normen en waarden binnen de grote Nederlandse ondernemingen. Wat bovendien opvalt, is dat de investeringen voor de helft door deze ondernemingen zelf gefinancierd werden. Successievelijk zijn de banken steeds meer gaan financieren, waardoor de industrie in een afhankelijke positie ten aanzien van het ‘vreemd kapitaal’ is komen te staan. Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een situatie waarbij een financiële crisis automatisch leidt tot een economische crisis.” Na een kleine stilte gaat Marcel weer verder.

Financiële wereld werkt remmend

“Als ik nu langs de Zuidas van Amsterdam rij dan zie ik gigantische gebouwen van voornamelijk banken en advocatenkantoren staan. Deze worden stuk voor stuk ‘bewoond’ door duizenden professionals met hoge tot zeer hoge salarissen. Het geld dat dit kost komt linksom of rechtsom allemaal uit de primaire en secundaire sector en is in WCM termen verlies. Het verschijnsel als zodanig tast daarom ook onze concurrentiekracht aan en draagt niet bij aan economisch herstel. Dit geld zou de industrie moeten steken in de ontwikkeling van nieuwe producten en haar voortbrengingsprocessen. In plaats daarvan werkt de financiële wereld juist remmend hierop. Een voorbeeld hiervan is de trage manier waarop ontwikkelingen in duurzame energie verlopen. Dit dient immers een lange termijn belang terwijl financiers voornamelijk geïnteresseerd zijn in korte termijn rendement. Die combinatie schiet dus niet op.

Richten op lange termijn en op product innovatie

Monozukuri kan hier een antwoord op geven. Invoering van Monozukuri zorgt namelijk voor een meer directe koppeling van de industrie met de maatschappij. Dat komt omdat Monozukuri ook aandacht besteedt aan de sociale aspecten van productie en kwaliteitsverbetering. Ook belangrijke hedendaagse ethische vraagstukken komen via Monozukuri snel en concreet in beeld. Werken wij mee aan corruptie? Leidt onze handel en wandel tot geweld? Hebben wij ook een graaicultuur? Hoe duurzaam is ons bedrijf? Monozukuri maakt de samenhang van dergelijke vragen met de sociale, organisatorische en productietechnische aspecten van productie heel direct inzichtelijk.
De eigenschappen die Monozukuri in zich heeft gaan de door Sennett beschreven fragmentatie dus tegen en geven ons een stukje eenheid terug dat wij anno 2012 zo nodig hebben. Het is belangrijk dat de jeugd hierbij betrokken wordt en dat is precies wat je ziet in Japan. De Japanse industrie gaat zelf naar de scholen, stimuleert onderwijsprojecten binnen de eigen muren en laat jonge mensen de trots voelen die onlosmakelijk verbonden is met het maken van mooie, nuttige producten. In mijn middelbare schooltijd waren er ook hier in Nederland programma’s waarin scholieren meerdere dagen bij bedrijven op bezoek gingen. Doel daarvan was dat de leerlingen zich beter op hun beroepskeuze konden oriënteren. Maar omgekeerd zat er ook een wervende werking in voor het ontvangende bedrijf: kom bij ons werken want wij spelen een belangrijke rol in onze maatschappij. Er zat geen korte termijn rendement achter die programma’s, ze dienden het lange termijn belang van de onderneming en de maatschappij.

Sinds de kredietcrisis weten we wat korte termijn denken en een te nauwe focus op financiële innovatie teweeg kunnen brengen. In één woord: veel ellende. Het wordt tijd dat we ons weer gaan richten op de lange termijn en op product innovatie. Dat is beter voor onszelf, voor onze industrie en voor onze planeet. De Monozukuri filosofie kan ons daarbij helpen.

(1)   Boeken:
‘Monozukuri, doen met aandacht’   (2012, Nederlandstalig, ISBN-13: 978-9080746602)
‘Lang leve de Nederlandse industrie’   (2008, Nederlandstalig, ISBN-13: 978-9078210092)