Wie is wie in continue verbeteren

Hieronder vind u meer informatie over de grondleggers van continu verbeteren.

Mist u iemand in dit overzicht? Laat het ons weten en mail naar kenneth.vantoorn@blomconsultancy.nl
Informatie over de diverse methodes, termen en afkortingen vind u in de Woordenlijst continu verbeteren

Nederlands bedrijfskundige. Mede oprichter van de ST-Groep (Sociotechniek). Specialist in zelfsturende teams en het ontwerpen van socio-technische organisaties. Deelt het werk in kerntaken (productie) en stertaken (ondersteuning).

Amerikaans bedrijfskundige. Grondlegger van Action Theory (1), Double en Triple Loop Learning (2) en Organizational Learning.
1. Aspoused theory vs theory in action. Wat iemand denkt dat zijn motivatie is om iets op een bepaalde manier te doen is vaak iets anders dan de echte reden.
2. Double en Triple Loop Learning.

Engels bedrijfskundige. Bekend van zijn onderzoek naar effectiviteit van managementteams.
Hij is bekend als beschrijver van de 9 managementrollen.
1. Bedrijfsman
2. Brononderzoeker
3. Plant
4. Monitor/Waarschuwer
5. Vormer
6. Voorzitter/Coördinator
7. Zorgdrager/Afmaker
8. Groepswerker
9. Specialist

Organisatiedeskundige. Hij onderzocht leiderschapsstijlen. Beroemd is hij geworden vanwege zijn model hierover getiteld Managerial Grid. Hierin wordt een veld opgespannen tussen taakgerichtheid enerzijds en mensgerichtheid anderzijds. Zijn boodschap is vanzelfsprekend dat deze twee gerichtheden met elkaar in balans moeten zijn.

Amerikaans consultant, spreker, trainer en auteur. Samen met Paul Hersey de grondlegger van situationeel Leiderschap. Leiderschapsmodel opgebouwd tussen twee assen: strurend gedrag en ondersteunend gedrag. Het model onderscheidt 4 hoofdstijlen: Leiden, Begeleiden, Ondersteunen en Delegeren, als naar gelang de medewerkers meer in staat zijn zichzelf te sturen.

Amerikaans auteur, adviseur en spreker. Belangrijkste boek: Flawless Consulting (1999), Nederlandse titel: Feilloos Adviseren. Hij is actief ondersteuner van Servant Leadership. Hij staat ervoor dat verandering krachtiger is als het voortkomt uit consent en verbinding dan wanneer het met macht en dwang wordt ingevoerd.

Nederlands pleitbezorger van TPM, WCM en Monozukuri. Groot geworden als technisch directeur tijdens de opbouw van de Nederlandse vestiging van Fuji Film in Tilburg. In 1992 Blom Consultancy opgericht met als doel TPM kennis te promoten en ter beschikking te stellen van de Nederlandse industrie. Sinds 1998 WCM als meest succesvolle strategie opgepakt en sinds 2010 Monozukuri. Steven Blom is auteur van verscheidene managementboeken over deze onderwerpen zoals ‘Lang Leve de Nederlandse Industrie’, ‘Monozukuri in de praktijk’ en ‘Monozukuri, doen met aandacht‘.

Engels psycholoog, arts en managementauteur. Bekend van het denkhoedenmodel (6).

Wit: kale feiten en cijfers – gaat uit van objectieve informatie.
Rood: gevoel en intuïtie – reageert emotioneel.
Zwart: negatief/pessimistisch – advocaat van de duivel.
Geel: positief/optimistisch – zoekt naar de voordelen.
Groen: creatief – vrije associatie, alternatieven bedenken.
Blauw: beschouwend – houdt proces in de gaten.

Bestuursvoorzitter van Toyota Motor Company. Tweede bestuursvoorzitter van Toyota die geen lid is van de Toyoda-familie. Sinds 1960 in dienst bij Toyota. Sinds 2006 bestuursvoorzitter.

Fujio Cho gaf het beroemde antwoord op de vraag hoe het te verklaren is dat Toyota de meest succesvolle autofabrikant op aarde is. Dat komt, zei Cho, omdat al onze medewerkers opgeleidt zijn in wetenschappelijke methodes om hun eigen problemen op te lossen. Hij doelde daarmee op 5xWhy+2H, de 7 Tools of TPM en de SGA-methode.

Amerikaansadviseur en managementauteur. Schrijver van het boeken ‘Built to Last’, ‘From Good to Great’ en ‘How the Mighty Fall’ (2009), over continuïteit en groei van ondernemingen.

Hij onderscheidt 5 leiderschapsniveaus:
1. getalenteerde eenling
2. nuttig teamlid
3. competente manager
4. effectieve leider
5. level 5 executive.

Amerikaans managementauteur. Schrijver van ‘The Seven Habits of Highly Effective People’.

Eigenschap 1: Wees proactief
Eigenschap 2: Begin met het einde voor ogen
Eigenschap 3: Belangrijke zaken eerst
Eigenschap 4: Denk in termen van ‘win – win’
Eigenschap 5: Probeer eerst te begrijpen, dan begrepen te worden
Eigenschap 6: Werk synergetisch
Eigenschap 7: Hou de zaag scherp

Amerikaans kwaliteitsgoeroe. Ontwikkelaar van het Zero Defects kwaliteitsbeheersprogramma.

Principes:
1. Kwaliteit betekent: conform de eisen
2. Fout preventie is beter dan inspectie en correctie
3. Zero Defects is de kwaliteitstandaard
4. Kwaliteit wordt gemeten in financiële eenheden – Price of Non Conformance (PONC)

Mihaly Csikszentmihalyi, Amerikaans/Hongaars psycholoog, bekendste voorvechter van het flow-begrip en een van de voortrekkers van de positieve psychologie-beweging. Hij is hoogleraar en voormalig hoofd van de psychologie-faculteit van de Universiteit van Chicago.

Volgens Csiksentmihalyi kan het gevoel van flow gekenmerkt worden door ten minste een aantal van de volgende acht kenmerken:
1. Men heeft een duidelijk doel;
2. Concentratie en doelgerichtheid;
3. Verlies van zelfbewustzijn: men gaat volledig op in de activiteit en vergeet zichzelf;
4. Verlies van tijdsbesef: de tijd vliegt voorbij;
5. Directe feedback: succes en falen ten aanzien van de activiteit zijn onmiddellijk duidelijk, zodat men daarop het eigen handelen direct kan aanpassen;
6. Evenwicht tussen de eigen vaardigheid en de uit te voeren activiteit: de bezigheden zijn heel uitdagend echter nét niet te moeilijk om met succes uit te voeren;
7. Een gevoel van persoonlijke controle over de situatie of activiteit;
8. De activiteit is intrinsiek belonend, bijvoorbeeld erg leuk.

Amerikaans wiskundige (statisticus). Hij heeft naam gemaakt in het verbeteren van de Amerikaanse oorlogsindustrie tijdens de 2e wereldoorlog. Daarna stond hij, samen met Joseph Juran aan de wieg van het Japanse Wirtschaftswunder.
Deming mag gerust gezien worden als de meest invloedrijke persoon in dit decennia durende proces. Beroemd is het Deming Wheel, ook wel de PDCA-cirkel genoemd. Hij is tevens de grondlegger van Statistical Process Control (SPC) en Total Quality Management (TQM). Hij kan ook gezien worden als de grondlegger van Continu Verbeteren.

Oostenrijks Amerikaans auteur en adviseur. Grondlegger van Management by Objectives [MBO]. In 2000 deed hij de volgende uitspraak:
• De grootste verdienste van het management van de 20e eeuw is de vijftigvoudige verbetering van de productiviteit van de fabriekswerker.
• De grootste uitdaging van het management voor de 21e eeuw is om de productiviteit van de kenniswerker op een vergelijkbare wijze te verbeteren.
Hiermee geeft hij aan dat er iets moet veranderen op de werkvloer.

Frans mijndirecteur. Heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de organisatiekunde. Hij was een van de sleutelfiguren van de klassieke managementtheorie. In 1916 publiceerde hij zijn ‘Administration Industriëlle et Generale’. Hij werd postuum erkend als organisatiekundige, nadat zijn boek in de jaren veertig van de vorige eeuw in het Engels was vertaald en verschenen.

Amerikaans industrieel. Ford begon in 1903 zijn autofabriek. Zijn eerste auto produceerde hij overigens reeds in 1896. In 1908 kwam de T-Ford op de markt. In het begin (1908) kostte de T-Ford $ 850,- en die prijs ging naar $ 950,- in 1910. Maar eind 1910 kwam een geweldige prijsverlaging. De T-Ford werd leverbaar vanaf $ 680,-. Dit kwam doordat Ford de fabriek verhuisde naar een nieuw terrein op Highland Park. Hier introduceerde Ford ‘De lopende band’. In plaats van dat één werknemer een motor in elkaar zette, werd dit werk nu verdeeld.

In zijn boek “Mijn leven en werk” legde Henry Ford uit: “Het in elkaar zetten van de motor, vroeger door één man gedaan, is nu verdeeld in 84 afzonderlijke bewerkingen. Deze 84 bewerkingen doen het werk dat vroeger 250 mannen deden.”

Ook introduceerde Henry de 5 dollar-dag. Deze verving de werkdag van 9 uur (met een dagloon van $ 2,34 dat algemeen was) door een achturige werkdag met een loon van vijf dollar. Hierdoor liep het storm van sollicitanten op Highland Park, maar ouderen zagen het niet zo zitten omdat jongeren nu evenveel verdienden als ouderen. Ford gaf hierop heel simpel antwoord door te zeggen dat goede betaling goede werknemers oplevert en dat goed betaalde werknemers kunnen kopen wat zij willen, uiteindelijk ook een eigen Ford. En die Ford werd steeds goedkoper. In de zomer van 1914 ging de prijs omlaag naar $ 490,- en beloofde Henry dat hij elke klant vijftig dollar terug zou geven als de fabriek een jaarproductie van 300.000 stuks zou bereiken.

Oostenrijks-Hongaars zenuwarts en psychiater. Hij is de grondlegger van de psychoanalyse.
Hij was van Joodse afkomst; dit was de reden waarom hij aan het eind van zijn leven vanwege de overname van Oostenrijk door nazi-Duitsland de wijk moest nemen naar Groot-Brittannië.
Freud werkte als zenuwarts in Wenen en doceerde aan de Weense Universiteit (hij had een buitengewoon professoraat). Vanwege zijn achtergrond als fysioloog zag hij aanvankelijk psychische uitingen als gevolgen van lichamelijke standen van zaken.

Nederlands pleitbezorgen van Servant Leadership. Daan Fousert is ruim 30 jaar werkzaam in het vakgebied Personeel Management en Organisatie ontwikkeling (P&O). Voor Fousert heeft de balans tussen mens en business in zijn vak altijd centraal gestaan. Hij heeft dan ook nooit onder stoelen of banken geschoven verbaasd te zijn dat management zich niet beter bewust is van het zakelijk nut van de factor mens.

Amerikaans coach, onderzoeker en schrijver. Hij wordt gezien als een van de grote inspirators van de sportpsychologie. Sinds de publicatie van zijn Inner Game-boeken worden ‘innerlijke’ vaardigheden door atleten en trainers net zo belangrijk gevonden als technische kwaliteiten.
Tim Gallwey’s werk wordt tegenwoordig alom toegepast in coaching als managementtool. Een van zijn meest beroemde navolgers op dit gebied is Sir John Whitmore.

Amerikaans arbeidskundige. Was een voorstander van Taylorisme en een pionier van tijd- en methodestudies. Samen met zijn vrouw en medewerkster, Lillian Moller Gilbreth, probeerde hij de werkgewoonten van arbeiders in de industrie te begrijpen en vervolgens manieren te vinden om hun prestaties te verbeteren. Hij en zijn vrouw waren partners in hun eigen management consultingbedrijf, Gilbreth Inc., waar men zich toelegde op het uitvoeren van zulke opdrachten.

Israëlisch Amerikaans auteur en business consultant. Zijn belangrijkste boek is ‘The Goal’ (1984), waarin hij de Theory of Constraints [TOC: alleen het verbeteren van de zwakste schakel is zinvol] introduceert.
Goldratt publiceerde boeken over de aanpak van Enterprise Resource Planning {ERP} en Supply Chain Management [SCM]. Bekend om one liners: ‘Zolang de eindverbruiker niet heeft betaald, heeft er niemand in de supply chain iets verkocht’.

Amerikaans organisatiekundige. Grondlegger van Servant Leadership [SL] (Dienstbaar Leiderschap).
Greenleaf heeft zelf nooit een definitie van SL gegeven. Wel zei hij: ‘It begins with the natural feeling that one wants to serve, to serve first. Then conscious choice brings one to aspire to lead. That person is sharply different from one who is leader first, perhaps because of the need to assuage an unusual power drive or to acquire material possessions. The leader-first and the servant-first are two extreme types. Between them there are shadings and blends that are part of the infinite variety of human nature’. In Nederland is het gedachtegoed van [SL] uitgedragen door Daan Fousert.

Amerikaans ingenieur en managementauteur. Professor of MIT die het boek ‘Reengineering the Corporation’ samen met James A. Champy schreef in 1993.
Vrij vertaald naar het Nederlands, “bedrijfsprocesverbetertechniek”. Business Process Reengineering is een managementtechniek en methodologie waarin een organisatie zijn bedrijfsprocessen fundamenteel en radicaal herstructureert om op deze manier grote verbeteringen in de organisatie teweeg te brengen.

Amerikaans gedragswetenschapper. Samen met Ken Blanchard de grondlegger van Situationeel Leiderschap. Leiderschapsmodel opgebouwd tussen twee assen: sturend gedrag en ondersteunend gedrag.

Het model onderscheidt 4 hoofdstijlen:
• Leiden
• Begeleiden
• Ondersteunen
• Delegeren, als naar gelang de medewerkers meer in staat zijn zichzelf te sturen.

Engels filosoof. Auteur van Leviathan, a war of every man against every man (1651). Dit is een studie op basis van de vraag waarom mensen kiezen voor samenwerking en niet voor het zich domweg gewelddadig toe-eigenen van andermans bezit. Om die reden wordt hij wel gezien als de voorloper van de sociologie.

Japans consultant. Imai wordt gezien als Lean Goeroe en de vader van Continu Verbeteren. Hij is degene geweest die het begrip Kaizen buiten Japan bekend heeft gemaakt. Eveneens was hij de eerste die buiten Japan publiceerde ovver Lean-structuren, lang voordat het boek ‘The Machine that Changed the World’ het licht zag. Imai heeft een grote rol gespeeld in de lean ontwikkelingen in de Amerikaanse en Europese automobielindustrie.

Japans chemicus. Uitvinder van het Ishikawa-diagram, ook bekend onder de namen Visgraatdiagram en Oorzaak-Gevolg-Diagram.
Automobielvak geleerd bij Nissan (wie niet!). Eenmaal werkzaam op de universiteit van Tokio (1960) introduceerde hij het begrip Quality Circle, en staat als zodanig mede aan de wieg van de SGA.

Amerikaans onderzoeker MIT. Oprichter van het Lean Enterprise Institute. Co-auteur van ‘The Machine that Changed the World’ (1991) en ‘Lean Thinking’ (1996).
Het eerste boek bracht een revolutie in de Amerikaanse en Europese automobielindustrie teweeg die daarna oversloeg op respectievelijk de rest van de industrie, de dienstverlening en de zorg. Lean Thinking is het standaardwerk op het gebied van Lean.

Zwitsers psycholoog en psychiater. Carl Jung gaat er, net als Freud van uit dat de menselijke psyche bestaat uit een bewuste en een onbewuste. Nieuw is dat Jung in het onbewuste een onderscheid maakt tussen het persoonlijk en het collectief onbewuste. Hoewel Jung in zekere zin in het voetspoor van Freud verder gaat, heeft hij toch een geheel eigen bijdrage aan de dieptepsychologie geleverd.

Roemeens-Amerikaans kwaliteitsmanagementgoeroe (samen met W. Edwards Deming en Philip Crosby). Mede-grondlegger van TQM. Hij populariseerde de 80-20-regel of de Non-Pareto-Rule.
Bij General Electric leerde hij de statistische kwaliteitscontrole kennen. In vergelijking met Deming was hij veel meer managementgericht. “Je moet het hele plaatje in de gaten houden”.

Adam Kahane is een vooraanstaand organisatieadviseur en procesfacilitator. Hij werkt over de hele wereld aan economische ontwikkeling, voedselveiligheid, zorg, klimaatverandering, rechtshervorming en vredestichting, en dat in diverse teams van leiders – directeuren en politici, generaals en guerrillastrijders, activisten en overheidspersoneel, clerus en artiesten.
Zijn meest bekende boek, “power and Love”, behandelt twee manieren waarop mensen doorgaans lastige problemen oplossen en die zijn allebei fundamenteel fout. Ze proberen, of hun wil door te drukken, of de lieve vrede te bewaren. “Power and Love” is een manier om die twee te combineren. Sterker nog, volgens Kahane hebben deze op het eerste gezicht tegenstijdige benaderingen elkaar nodig. In het boek beargumenteert hij dat beide aanpakken een wezenlijke drijfveer weerspiegelen: macht, het verlangen om persoonlijke doelen te bereiken, en liefde, de behoefte aan verbondenheid. Het zijn beide intrinsieke waarden van de menselijke natuur, dus als u blijvend iets wilt bereiken, hebt u ze allebei nodig.

Amerikaans adviesbureau bekend om hun gestructureerde probleemanalyse. Opgericht en ontwikkeld door Dr. Charles H. Kepner (foto) en Benjamin R. Tregoe (1927 – 2005). Publiceerde The Rational Manger (1965) en The New Rational Manager (1997).

Nederlands psychoanalyticus en econoom.
Bekend om zijn leiderschapsstijlen in de ‘neurotische’ organisatie.
1. de dwingende leider
2. de depressieve leider
3. de afstandelijke leider
4. de dramatische leider
5. de achterdochtige leider.

Engels econoom. Hij is vooral bekend geworden door het boek ‘The General Theory of Employment, Interest and Money’ (de algemene theorie over werkgelegenheid, rente en geld), waarin hij de keynesiaanse theorie beschrijft, waarmee hij de grondlegger zou worden van het naar hem vernoemde mkeynesiaanisme (ook wel anticyclische begrotings-politiek genoemd). Onder invloed van de in 2007 ontstane kredietcrises is de belangstelling voor zijn werk de laatste jaren echter weer sterk toegenomen.

Nederlands adviseur continu verbeteren. Geestelijk vader van de OEE-Toolkit en de Kring van Koch. De OEE-Toolkit is een softwarepakket dat OEE-data op vele manieren analyseerbaar en zichtbaar maakt.
De Kring van Koch geeft criteria voor procesverbetering en luidt: ‘Geen proces zonder meting, geen meting zonder rapportage, geen rapportage zonder analyse, geen analyse zonder actie, geen actie zonder verbetering en geen verbetering zonder proces.

Amerikaans bedrijfskundige, veranderspecialist.In zijn boek Leading Change (1996) legt hij zijn 8 stappen van verandermanagement neer.
1. Urgentiebesef vestigen
2. De leidende coalitie vormen
3. Een visie en strategie ontwikkelen
4. De veranderingsvisie communiceren
5. Een breed draagvlak voor de verandering creëren
6. Korte-termijnsuccessen genereren
7. Verbeteringen consolideren en meer verandering tot stand brengen
8. Nieuwe benaderingen verankeren in de cultuur

Amerikaans industrieel. Bekend als redder van Chrysler aan het eind van de jaren 80 van de vorige eeuw. Hij was bestuursvoorzitter van Crysler van 1978 tot aan zijn pensioen in 1992. Hij had naam gemaakt bij Ford als ontwerpverantwoordelijke van de Mustang (stijlicoon) en de Pinto (commerciële flop). Iacocca was een fel voorstander van het Angelsaksische businessmodel. Hij is auteur en co-auteur van verschillende boeken waarin hij laat zien geen last te hebben van bescheidenheid.

Amerikaans psycholoog en auteur. Bekend van de ‘Roos van Leary’ een gedragskenmerkenmodel.
Het model werd rond 1950 uitgewerkt door de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary, op basis van zeer veel observaties van mensen. Leary liet zich inspireren door een windroos, een cirkel waarin de vier windrichtingen staan aangegeven (het plaatje achter een kompasnaald). Leary is bekend om zijn experimenten met drugs, o.a. LSD.

Amerikaans ingenieur en organisatiepsycholoog. Bekend vanwege de Likert-schaal en het Linking Pin model. De Likertschaal is een doorgaans schriftelijke methode om moeilijk te kwantificeren gegevens toch te kunnen ondervragen en te kunnen voorzien van een ordinaal meetniveau. Het Linking Pin model is een communicatiemodel waarbij de teamleider teamlid is van het naastgelegen hiërarchisch hogere niveau. Hij is de vertegenwoordiger van zijn team.

Spaans ingenieur en top manager. Gaat de geschiedenis in als ‘De Wurger van Wolfsburg’, omdat hij, na het lezen van ‘The Machine that Changed the World’ eenzijdig besloot de aankoopprijzen voor de toeleveranciers van VAG met 30% te verlagen. En wel met onmiddellijke ingang. Heel Automotive Europe schreeuwde moord en brand, maar 2 jaar later waren de meeste toeleveranciers er beter aan toe dan daarvoor. Lopez dwong zijn toeleveranciers op deze manier snel Lean te worden.

Duits filosoof en econoom. Volgens Karl Marx zullen de “krachten” in de bestaande kapitalistische maatschappij deze omvormen tot de collectivistische maatschappij.

Marx onderscheidt (voorspelt?) daarin de volgende vijf krachten of stadia:
1. De concentratie wet
2. De accumulatie wet
3. De verelendung
4. De crisistheorie
5. De ineenstorting (“Zusammenbruch”).

Amerikaans humanistisch psycholoog. Hetgeen zoveel wil zeggen als de mens benadrukken vanuit zijn mogelijkheden. Zowel dieptepsychologie als behaviorisme doet de mens te kort. Op deze manier aldus Maslow reduceer je mensen tot een dier dan wel een machine. Maslov ontwikkelde de 5 behoefteniveaus in menselijk gedrag.

Nederlands socioloog en managementconsultant. Mastenbroek heeft onderzoek gedaan en gepubliceerd over conflicthantering, onderhandelen, en structurele en culturele veranderingen in organisaties.

Meest belemmerende factoren bij organisatieveranderingen:
• De medewerkers in deze organisatie vinden de top onduidelijk over wat anders of beter moet.
• De leidinggevenden hier zijn niet goed in staat visie en beleid naar hun mensen over te brengen.
• Het management zorgt er te weinig voor dat de onderdelen van deze organisatie leren van elkaars problemen en ervaringen.

Amerikaans generaal. Speelde een belangrijke rol in zowel de Eerste en de Tweede Wereldoorlog als in de Koreaanse Oorlog. Werd opperbevelhebber in het Verre Oosten. Kreeg opdracht van president Eisenhouwer, na de bommen op Hiroshima en Nagasaki, te voorkomen dat Japan binnen de communistische invloedsfeer kwam.
“Dan moet ik hier een economie naar westers model bouwen” dacht hij bij zichzelf. Om hem daarbij te helpen haalde hij onder meer Edward Deming en Joseph Juran naar Japan, hetgeen geleidt heeft tot het Japanse Wirtschaftswunder.

Amerikaans sociaalpsycholoog. Professor aan de MIT Sloan School of Management. Bekend van de X-Y-theorie. Theorie X en theorie Y zijn twee mensbeelden over het functioneren van mensen in een organisatie. In deze theorie koppelt hij typische kenmerken of opvattingen over medewerkers aan de wijze waarop ze gemotiveerd moeten worden. Theorie X schetst de situatie dat het management van een organisatie als uitgangspunt hanteert, dat werknemers lui zijn, weinig ambitie hebben en veranderings-avers zijn. Theorie Y schets het tegenovergestelde beeld.

Nederlands psycholoog, historicus en onderzoeksjournalist. Kenner van de Nederlandse industrie. Is gepromoveerd op een biografie van Anton Philips. Heeft o.a geschreven over de grote Nederlandse bedrijven (XXL) en Rijkswaterstaat (Veranderd Getij). Schrijft samen met Steven Blom over WCM en Monozukuri.

Organisatiedeskundige. Zij onderzocht leiderschapsstijlen. Beroemd is zij geworden vanwege haar model hierover getiteld Managerial Grid. Hierin wordt een veld opgespannen tussen taakgerichtheid enerzijds en mensgerichtheid anderzijds. Haar boodschap is vanzelfsprekend dat deze twee gerichtheden met elkaar in balans moeten zijn.

Canadees organisatiekundige.
Zijn bekendste werk is ‘Structures in Five:
Designing Effective Organizations (1983)’.

Vice Chairman of the Japanese Institute of Plant Maintenance. Introduceerde in 1971 TPM. Total Productive Maintenance. Als zodanig ook de ‘uitvinder’ van OEE.

TPM-filosofie:
1. Maximaliseer de OEE
2. Implementeer preventief onderhoud
3. Implementeer TPM in alle afdelingen
4. Betrek iedere individuele medewerker van basis tot top
5. Promoot TPM via autonome Small Group Activities (SGA)

Belangrijkste boek: Introduction to TPM (Japan: 1984; US: 1988).

Japans industrieel leider. Geestelijk vader van het Toyota Productie Systeem [TPS] en als zodanig dus ook van Monozukuri. Onder zijn leiding zijn JIT en Pull Planning ontstaan. Hij kwam in 1932 bij Toyota en ging in 1980 met pensioen. In de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw was hij assemblagemanager. Zo is het allemaal gekomen. Ohno is geboren in Manchunia, Dallan, China.

Russisch fysioloog. Naar hem is de Pavlovreactie genoemd.
In 1904 ontving hij de Nobelprijs voor de Fysiologie van Geneeskunde. Deze Nobelprijs kreeg hij niet voor de zo beroemd geworden onderzoekingen aan de conditionering (de Pavlovreactie), maar door onderzoek aan de spijsvertering. Als onderdeel van dit onderzoek wilde hij de speekselproductie van honden bij de toediening van verschillende soorten voedsel meten. Hierbij stuitte hij echter op het verschijnsel dat de honden al speeksel gingen produceren nog voor hij het voedsel had gegeven, en zelfs als hij zonder voedsel deed alsof hij ze ging voeren.

Amerikaans managementauteur. Belangrijkste werk: ‘In Search of Excellence’ (1982), samen met Robert Waterman. Conclusie uit hun onderzoeken: bedrijven gedijen het best als zij kunnen opereren in ‘Vrijheid in Gebondenheid’. Dat wil zeggen dat de grenzen waarbinnen hun vrijheid geldt duidelijk en eenduidig voor een ieder zijn.

Van Lawrence J. Peter is het Peter’s Principle: In a hierarchy every employee tends to rise to his own level of incompetence.

Daniel H. Pink is een Amerikaans auteur. Hij schrijft boeken over zaken doen. Hij is onder andere chief speech writer geweest van vice president Al Gore. Pink heeft de volgende boeken geschreven over het veranderen van ons werk.
1. To sell is human: the surprising truth about moving others. (2012)
2. Drive: the surprising truth about what motivates us. (2009)
3. The adventures of Johnny Bunka: the last career guide you ‘ll ever need. (2008)
4. A whole new mind: why right brainers wille rule the future. (2005)
5. Free agent nation: the future of working for yourself. (2001)

Daniel Pink geeft prachtige lezingen over dit onderwerp.

Amerikaans professor. Professor aan de Harvard Business School. Grondlegger van het ‘vijf Krachten model’.

De vijf krachten zijn:
• De macht van leveranciers
• De macht van afnemers
• De mate waarin substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn
• De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
• De interne concurrentie van spelers op de markt

Amerikaans management consultant. Heeft in de jaren 1980 van de vorige eeuw onderzoek gedaan naar alle vormen van continu verbeteren. Met het boek dat hij hierover in 1986 publiceerde, introduceerde hij ook de naam World Class Manufacturing. Dit houdt het streven naar verliesvrij produceren in. Dit streven houdt nooit op want het kan altijd nog veiliger, nog beter, nog sneller en nog goedkoper.

Amerikaans bedrijfskundige. De grondlegger van het concept “Bedrijfscultuur” voor de binnen een organisatie algemeen aanvaarde informele gedragregels, waarden, normen en ‘wetten’.
Waarom lukt het veel organisaties niet om te leren hoe ze moeten leren, waardoor hun concurrentiekracht marginaal blijft. Dat ligt aan het gebrek aan communicatie tussen drie ‘culturen’: operator-, technicus- en manager-cultuur.

Amerikaans wetenschapper op het gebied van kennismanagement. Senge schreef o.a. het boek “The fifth discipline: the art and practice of the learning organization” uit 1992 (vertaald “De vijfde discipline”), een baanbrekend werk over Organizational learning.
Het boek beschrijft vijf essentiële disciplines: Persoonlijk meesterschap, mentale modellen, gemeenschappelijke visie, teamleren en systeemdenken.

De essentie van systeemdenken bestaat volgens Senge uit twee zaken.
1. het zien van onderlinge verbanden in plaats van een lineaire opeenvolging van oorzaak en gevolg
2. het zien van processen van verandering in plaats van momentopnames.

Amerikaans natuurkundige, ingenieur en statisticus. Grondlegger van SPC. Als zodanig leermeester van W. Edwards Deming. Uitvinder van de Control Chart, waarin procesafwijkingen als gevolg van bijvoorbeeld slijtage of drift zichtbaar kunnen worden gemaakt. Vader van de beweging: Van inspecteren naar beheersen. Shewhart’s werk toonde het belang van het reduceren van variatie in productieprocessen aan. Tevens heeft hij bewezen dat het constant aanpassen van procesvariabelen aan geconstateerde afwijkingen de productkwaliteit niet verhoogd maar verlaagd (dronkenmansregel).

Japans industrial engineer. Drijvende kracht binnen het Toyota Production System. Nam het stokje over van Taiichi Ohno. Shingo’s grootste bijdragen zijn de Poka Yoke, het fool proof device, en SMED, Single Minute exchange of Die.
Beroemd is zijn uitspraak: “Geef mij om het even welke ombouw en ik zal hem voor u in een tiende van de tijd doen. En daarna doe ik dit nog een keer!”

Japans TPM adviseur. Schrijver van het boek ‘TPM voor operators’. Geestelijk vader van de P-M analyse. Het idee achter PM analyse is dat men een proces moet kennen tot op het niveau van het fysische gedrag om het echt te kunnen beheersen. In feite stelt men dat men fysische wetten die het proces sturen op mathematische wijze moet kennen. Dit doet denken aan Six Sigma.

Simon Sinek heeft een eenvoudig maar krachtig model om te komen tot inspirerend leiderschap dat begint met een ‘gouden cirkel’ en de vraag “Waarom?”. Zijn voorbeelden bevatten Apple, Martin Luther King en de Wright Brothers.
In 2009 publiceert hij zijn boek “Start with why”, een uiteenzetting van zijn theorie om mensen te leren effectiever en inspirerender sturing te doen geven aan verandering. Zijn boodschap laat zich als volgt kort weergeven. Mensen zijn vooral geïnteresseerd waarom je dingen doet. Veel meer dat wat je doet en hoe je iets doet. Hij vind het daarom vreemd dat mensen het wat en hoe van de eigen activiteiten veel beter weten te benoemen dan het waarom.

Nederlandse bedrijfskundige. Emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Nijmegen. Ontwikkelde de oorspronkelijk Britse sociotechniek verder in Nederland. Onbekend bij het grote publiek, maar zeer gewaardeerd onder vakgenoten. Belangrijk boek: ‘Synergetisch Produceren’, Van Gorcum, Assen 1994.

Schots moraalfilosoof. Auteur van The Wealth of Nations, 1776. Volledige titel: An Inquiry in the Nature and Causes of the Wealth of nations. Dit werk wordt wel beschouwd als de eerste studie in de economie, gepubliceerd aan de vooravond van de Industriële Revolutie.
In dit boek wordt voor het eerst de principes van de vrije markteconomie systematisch verdedigd.
Om die redenen wordt Adam Smith wel beschouwd al de grondlegger van de economie.

Bill Smith (1929 – 1993)Amerikaans ingenieur en kwaliteitsmanager. De vader van Six Sigma. Twee jaar nadat hij Six Sigma bij Motorola intrduceerde won het bedrijf de Malcolm Baldridge Quality Award (1988). Bill Smith spendeerde jaren aan het overtuigen van zijn superieuren dat zijn methode niet alleen kwalitatief succes zou opleveren, maar bovenal ook zakelijk succes. Nadat dit hem was gelukt spendeerde hij zijn meeste tijd aan het verbreiden van zijn gedachtegoed, ook niet zonder succes.

Japans ingenieur en statisticus. Vader van de Taguchi Methode, een statistische manier om de productkwaliteit te verbeteren. Meer recentelijk wordt zijn methode ook gebruikt in de engineering, de biochemie, de marketing en de reclame. Taguchi is erg gewaardeerd om zijn systemen om procesvariaties te bestuderen.

Sleutelelementen uit zijn kwaliteitsfilosofie.
1. De Taguchi verliesfunctie. Meet maatschappelijke financiële schade als gevolg van gebrekkige kwaliteit.
2. Off line kwaliteitsbeheersing. Producten en processen zodanig ontwerpen dat zij ongevoeliger worden voor externe invloeden.
3. Design of Experiments. Invloeden scheiden in meer en minder significante.

Japans adviseur productiesystemen. Grondlegger van SPS, IAS en LCIA. Synchronized Production Systems, Intelligent Automation Systems en Low Cost Intelligent Automation zijn door Takeda (Omron) ontwikkelde concepten om steeds beter te produceren.
De term Synchronized staan voor het feit dat alleen noodzakelijke materiaal in proces is. Intelligent betekent dat het proces stopt bij een geconstateerde fout en LCIA betekent dat de operators de automatisering zelf kunnen maken.

Amerikaans werktuigkundig ingenieur. Grondlegger van het Scientific Management, later ook wel Taylorisme genoemd.
Tijdens de 2e industriële revolutie waarin massaproductie mogelijk werd, ontstonden er bestuurlijke problemen bij bedrijven als gevolg van schaalvergroting en toenemende complexiteit van het productieproces. Hoewel Taylor met zijn theorieën een mentale revolutie wilde bewerkstelligen op het gebied van beheersing van processen, is het huidige belang vooral nog te vinden in standaardisatie en efficiency. Zijn werk maakte de weg vrij voor de massaproductie (zie Henri Ford).

Japansondernemer. Akio is de zoon van Shoichiro en vice president onder Katsuaki Watanabe. Akio is bekend geworden door zijn behandeling van zijn behandeling van de recall-acties op de Amerikaanse markt in 2010.

Japans ondernemer. Leidde Toyota van 1950 tot 1981 als president. Van 1981 tot 1994 bleef hij Chairman. Hij is er vooral verantwoordelijk voor dat Toyota een financieel sterke onderneming werd. Hij heeft het nauwst samengewerkt met Taiichi Ohno. Hij werd opgevolgd door Soichiro Toyoda.

Japans ondernemer. Zoon van Sakichi. Hij nam de beslissing om de textielfabriek van zij vader om te bouwen tot een automobielfabriek. Vervolgens bouwde hij het familieconcern uit tot een automobielfabriek van importantie. Voegde zelf het Just In Time [JIT] principe toe aan het TPS. Hij werd in 1950 opgevolgd door zijn neef Eji Toyoda.

Japans ondernemer en uitvinder. Stichter van de Toyota-fabriek. Dit was echter een weverij. Maar kwaliteit zat de familie in het bloed. Sakichi is de uitvinder van Jidoka. Dit houdt in dat het proces stopt wanneer er een fout optreedt. Dit deed hij met een apparaat dat detecteerde wanneer er een kettingdraad brak. Zo voorkwam hij weeffouten. Sakichi wordt gezien als de vader van de Japanse industrie en als de Koning de Uitvinders.

Japans ondernemer.
Shoichiro is de zoon van Kiiciro.
Hij werd in 1981 president van Toyota en bleef dit tot 1992. Van 1992 tot 1999 was hij Chairman.

Amerikaans adviesbureau bekend om hun gestructureerde probleemanalyse. Opgericht en ontwikkeld door Dr. Charles H. Kepner en Benjamin R. Tregoe (1927 – 2005) (foto). Publiceerde The Rational Manger (1965) en The New Rational Manager (1997).

Amerikaans psycholoog. Bekend van onderzoek op het gebied van groepsdynamica. Ontwikkelde het bekende ontwikkelingsmodel Forming, Stormong, Norming, Performing (1965). Al deze stadia worden door teams noodzakelijkerwijze doorlopen om tot topprestaties te kunnen komen. Verandert het team van samenstelling dan begint de hele ontwikkeling van voor af aan. Bij goed ingewerkte en gestandaardiseerde teams gaat dit proces snel, bij nieuwe onervaren teams langzaam.

Belgisch managementdeskundige. In de “Input-Outputmanager” beschrijft hij zijn model waarin hij duidelijk maakt dat de antwoorden op “Wat gaan wij doen?” top down gegeven worden. De antwoorden op “Hoe gaan wij dat doen?” worden bottom up gegeven. Althans wanneer men de conflictpiramide uit zijn model niet wil activeren.
In 2006 is: “Leidingen zonder bevelen” verschenen, geschreven samen met Jef Clement. Dit boek is weer uitgebreider, helderder en kleurrijker dan het vorige. Het laatste boek in deze serie draagt de ondertitel ‘Waarom uw oplossing het probleem is’. N.B. Filips achtergrond is conflicthantering.

Nederlands organisatiekundige. Hij was een Nederlands vliegtuigbouwkundige en hoogleraar industriële organisatie aan de afdeling Werktuigbouw aan de Technische Universiteit Delft. Hij was in Nederland een van de pioniers op het gebied van de toepassing van de systeemtheorie in de bedrijfskunde en het management. Jan is bekend van zijn werk bij Fokker en van zijn samenwerking met Pierre Malotaux in Delft. Samen staan zij bekend als de grondleggers van de Delftse School voor Bedrijfskunde.

Nederlands grondlegger van coaching als managementstijl. Ir. W.F.J. Verhoeven studeerde electrotechniek aan de TH Eindhoven en daarna Sociale Wetenschappen aan de UvG. Hij werkte als adviseur voor managementontwikkeling en als hoofd van een organisatie-afdeling. Sinds 1987 werkt hij als zelfstandige en is oprichter van de Associatie voor Coaching. Zijn belangrijkste boek is de ‘Manager als Coach’. Willem zelf noemt coachen “Sturen zonder de baas te spelen.”

Amerikaans managementauteur. Belangrijkste werk: ‘In Search of Excellence’ (1982), samen met Robert Waterman. Conclusie uit hun onderzoeken: bedrijven gedijen het best als zij kunnen opereren in ‘Vrijheid in Gebondenheid’. Dat wil zeggen dat de grenzen waarbinnen hun vrijheid geld duidelijk en eenduidig voor een ieder zijn.

Schots ingenieur. Wordt beschouwd als de uitvinder van de stoommachine, maar deze bestond in wezen al. Wat Watt heeft uitgevonden is het vliegwiel, waardoor de stoommachine opeens bruikbaar werd. Samen met Thomas Newcomen verbeterde hij de besturing en de warmtehuishouding van de stoommachine. Door de jaren heen verbeterde hij het thermisch rendement van de stoommachine van minder dan 1% naar ongeveer 20%.

Duits socioloog. Grondlegger van de Theorie van de Bureaucratie. Bureaucratie is een organisatiestructuur die gekenmerkt wordt door aan regels onderheven procedures, verdeling van verantwoordelijkheid, hiërarchie en onpersoonlijke relaties. Bureaucratisering is sterk verbonden met rationeel-legaal gezag en zorgt met centralisatie en juridisering voor een verdichting van de afhankelijkheidsbetrekkingen binnen een staatsverband. Doorgeschoten bureaucratie noemt men Bureaucratisme (Jan In ’t Veld).

Amerikaans chemicus en top manager. Succesvol strateeg en hervormer. Pleitbezorger voor klantfocus. Grondlegger van 6 Sigma. Beroemd geworden als CEO van General Electric en de boeken ‘Jack Welch: Waar het om gaat’ en ‘Winnen’.
Samen met Lee Iacoca te zien als grondlegger van de managers graaicultuur.

Wim Wennekes is de chroniqueur van het Nederlandse bedrijfsleven. Zijn bekendste boek is “De aartsvaders. Grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven”. Hij was onderzoeksjournalist en mede oprichter van Pink Pop.
De aartsvaders beschrijft het leven en streven van zestien Nederlandse rasondernemers, die de basis legden voor befaamde nationale en internationale ondernemingen. Zo was er zonder de fantasie en het koopmanschap van Sam van den Bergh en Anton Jurgens nooit sprake geweest van Unielever; zonder Henri Deterding was de Koninklijke Shell nooit geboren. Andere hoofdstukken gaan over Gerard en Anton Philips, Tony Fokker, Albert Plesman en vele anderen. De levensbeschrijvingen van deze entrepeneurs, die voor honderden miljoenen aan omzet nalieten en werkgelegenheid schiepen voor bijna één miljoen mensen, geven een fascinerend beeld van ontstaan en groei van hun scheppingen en van hun uitzonderlijke persoonlijkheden.

Engels sportman en sportpsycholoog. Sir John Whitmore is van oorsprong autocoureur. In de nadagen van zijn racecarrière kwam hij in aanraking met Timothy Gallwey en verdiepte zich sterk in de sport coaching. Om de validiteit van deze theorie te toetsen besloot hij op zijn 40e jaar nog een keer een race te rijden. Als de theorie klopte dan zou hij hem winnend af moeten kunnen sluiten, en zo geschiedde. Hierna werd hij consultant voor het Engelse bureau Coaching for Performance. In die tijd werd hij een belangrijke inspiratiebron voor de Nederlandse Associatie voor Coahing. Belangrijke boeken van hem zijn ‘Coaching for Performance’ (1992) en ‘Need, Greed or Freedom’ (1996).

Amerikaans onderzoeker. Hij was voorzitter van het International Motor Vehicle Program dat in de jaren 80 van de vorige eeuw de automobielindustrie in Amerika, Europa en Japan onderzocht. De resultaten zijn o.a. gepubliceerd in het geruchtmakende boek ‘The Machine that Changed the World’. Hij is oprichter en voorzitter van The Lean Enterprise. In 1996 bracht hij samen met Daniel Jones het standaardboek over Lean uit getiteld ‘Lean Thinking’.