Toen ik in de jaren tachtig werd aangenomen als productiedirecteur van de Nederlandse vestiging van Fujifilm in Tilburg, vroeg ik mij af hoe het zou zijn om voor een Japanse baas te werken.

Ter voorbereiding op mijn nieuwe taak werd ik zes weken naar Japan gestuurd. Daar werd ik onder meer uitgenodigd bij de president van Fujifilm, de heer Minoru Ohnishi. Hij drukte mij op het hart dat het nieuwe bedrijf in Tilburg een Nederlands bedrijf moest worden en dat wij onze Nederlandse aanpak niet moesten loslaten. Natuurlijk was het belangrijk om de Japanse aanpak te bestuderen, zei hij, maar wij moesten geen dingen introduceren die niet bij onze mentaliteit pasten. Dit statement heeft mij veel geholpen om onze eigen weg te zoeken. 

Dat was van beide kanten een leerproces. Eenmaal terug in Nederland stelde mijn Japanse baas, de heer Tatsuuma, voor om een company slogan te introduceren. Ik was daar niet voor omdat dergelijke slogans vaak verkeerd worden uitgelegd.

Tatsuuma had ook al een concreet voorstel: Quality First, Family Way. Dat eerste deel – Quality First – begreep ik wel. Het is zeer ingewikkeld om fotografisch materiaal te maken. Je kunt je geen fout permitteren omdat de foto waarschijnlijk nooit meer gemaakt kan worden. De klant moet 100 procent kunnen vertrouwen op de kwaliteit van je materiaal.

Het tweede deel van de slogan – Family Way – was voor mij moeilijker te begrijpen. Toen ik mijn baas vroeg wat hij daarmee bedoelde zweeg hij een tijdje en antwoordde toen: ‘decide by yourself’. Dat hielp niet echt. 

Ochtendgymnastiek en bomen onderhouden

Tatsuuma stelde ook voor om een paar luidsprekers bovenop de fabriek in Tilburg te plaatsen. Zijn idee was dat we daar elke ochtend  muziek uit zouden laten klinken en op het grasveld voor de fabriek ochtendgymnastiek zouden gaan doen. Daartoe zou iedere werknemer vrijwillig een kwartier vroeger naar het werk moeten komen. Het kostte even wat moeite om hem te overtuigen dat hij daar waarschijnlijk alleen zou staan en dat het weer in Nederland zodanig is dat wij dan waarschijnlijk ook regelmatig nat zouden worden. 

Hij had ook een plan om iedere nieuwe medewerker een boom cadeau te doen die hij of zij dan in het Fuji bos mocht planten. De medewerkers zouden dan elke vrijdag na het werk deze bomen gaan onderhouden en nog wat sociale tijd met elkaar doorbrengen. Ook dat plan hebben wij afgewezen, waarop mijn baas verzuchtte: ‘Mr. Blom, you are so negative’.

SGA & Family Way

Geleidelijk drong toch wel tot me door wat mijn baas met dat Family Way bedoelde. In plaats van alleen maar professioneel te werken moest er ook ruimte zijn gezelligheid. Die ruimte maakten we ook. We besteedden bijvoorbeeld veel tijd aan Small Group Activities (SGA), een methode waarbij medewerkers in kleine teams oplossingen zoeken voor dagelijkse problemen. Na afloop van een SGA werd het resultaat gepresenteerd aan het management en het personeel. Als een aantal SGA’s was afgerond, vierden we dat met een etentje met alle deelnemers en het management. 

Fuji Olympics

Het plan van mijn baas voor een Fuji Olympics hebben wij ook omarmd. Dit was een jaarlijkse sportdag waar de medewerkers elkaar in teams bestreden in spelletjes, waarin samenwerking centraal stond. Het leek wel wat op het televisieprogramma Zevenkamp. Vooral de spelletjes met water leidden tot veel hilariteit. Ter afsluiting nuttigden we een gezamenlijke maaltijd aan grote tafels. Dit gaf veel gevoel van saamhorigheid. Zo werd de Family Way uiteindelijk een levend begrip.

Meer weten over Quality First, Family Way?

Neem dan contact op via Steven.Blom@Blomconsultancy.nl of bel mij 06-53164940.